zondag 11 juli 2010

Naar aanleiding van de eenzijdige berichtgeving over het weren van circussen met "wilde" dieren delen wij u het volgende mee:

In de media verschijnen de laatste dagen berichten als dat Amsterdam Circussen met “wilde” dieren zou weren. Berichten van vergelijkbare strekking verschenen ook in de media in 2008 toen de Centrale Raad het besluit had genomen om geen circussen met “wilde” dieren meer toe te laten in Amsterdam (centrum)

Zoals bekend hebben gemeenten geen bevoegdheden om circussen met bepaalde diersoorten te weigeren. Ook niet als de Partij voor de Dieren zitting heeft in een (deel)raad.

Regionale Werkgroepen van de PvdD, in feite afdelingen van de PvdD, proberen in alle gemeenten in Nederland het gemeentebestuur middels brieven en YouTube video’s te overtuigen van hun gelijk. In zes gemeenten heeft de PvdD (middels één zetel) zitting in de gemeenteraad. De Commissie Klassiek Circus heeft filmbeelden, die de PvdD in december 2009 en januari 2010 heeft ingezet in Tilburg, voorgelegd aan een groep deskundigen. Volgens de PvdD zou op hun “schokkende beelden” zichtbaar moeten zijn dat de olifant wonden aan de benen had en een “rare uitstulping” aan de buik. Er waren geen verwondingen zichtbaar en de “rare uitstulping” was niets meer en niets minder dan het geboortekanaal – de vagina – van de olifant die bij olifanten nu eenmaal een heel eind naar beneden kan hangen! Niet op het gebied van dierwelzijn ter zake kundige raadsleden zouden de propaganda van de PvdD voor waar moeten aannemen?

De gemeente Amsterdam is kennelijk ook door een werkgroep van de PvdD benaderd. Wat de achterban van deze partij en dierenrechtenactivisten u nooit zullen vertellen is het volgende:

Er is in 2008 onderzoek gedaan naar het welzijn van circusdieren. Er is daarbij onderzoek verricht naar de volgende diersoorten: Kamelen, Leeuwen, Olifanten, Paarden en Tijgers (ezelsbruggetje: KLOPT).

De onderzoekers trekken in hun rapport 13 conclusies en doen 5 aanbevelingen aan de minister, en daarmee indirect aan de circussen. Geen enkele conclusie of aanbeveling wijst in de richting van een verbod op alle of bepaalde dieren in circussen.

Door tegenstanders van circusdieren, zoals de PvdD, "wilde dieren de tent uit" en andere dieractivisten, wordt maar al te graag eenzijdig en selectief geciteerd uit het bijbehorende onderzoeksrapport.

Bij alle dieren is geconstateerd dat hun gedrag anders is dan van dezelfde dieren die in de (restanten van de) vrije natuur leven. Dat kan ook niet anders. Dieren in de vrije natuur zijn voortdurend bezig met overleven. Dat betekent op zoek naar voedsel, op zoek naar paringspartners en op de vlucht voor bedreigingen die in de vrije natuur nu eenmaal aanwezig zijn.. De dieren in het circus leven onder de hoede van hun verzorgers. Waarmee de invulling van de tijd dus anders wordt.


In het circus treden geen wilde dieren op. De dieren zijn alle, in de nabijheid van de mens, in het circus of de dierentuin geboren. De mens speelt een belangrijke rol in de opvoeding van het dier. Het mechanisme van “imprinting” maakt het mogelijk dat een dier – zonder toepassing van geweld – de mens volgt alsof het zijn of haar moederdier is. Daarmee kan de mens dus een band opbouwen met een dier. Ongeacht of dat nu een hond of een leeuw is. [1]

De meeste dieren passen zich goed aan aan het leven in het circus. Uitgerekend leeuwen en tijgers blijken de makkelijkste dieren. Deze dieren rusten en slapen van nature 19 uur of meer per dag. Na vele generaties te zijn geboren onder de hoede van de mens zijn volgens de leider van het onderzoek, Hans Hopster, duidelijk tekenen van aanpassing zichtbaar bij leeuwen en tijgers.

De huisvesting van dieren in het circus is ruim voldoende. Tegenstanders van circusdieren verkondigen dat de dieren permanent in “transportkooien” zouden verblijven. Transportverblijven worden, zoals de naam reeds zegt, gebruikt voor het vervoeren van de dieren. Het circus staat echter veel meer tijd op een plaats dan dat het onderweg is. Op de plaats worden de transportverblijven gebruikt als nachtverblijf. Leeuwen en tijgers beschikken over ruime buitenverblijven. Kamelen lopen in een paddock. De wagens waarmee olifanten, paarden en kamelen worden vervoerd staan altijd leeg op het circusterrein of ze staan als schuilgelegenheid gekoppeld aan de paddock. Wel is het zo dat de tijd dat de dieren rondom het transport in de wagens staan kan worden verkort door het maken van duidelijke afspraken met gemeenten en eigenaren van terreinen. Ook het aanbrengen van voorzieningen voor water en voer in de wagens wordt aanbevolen. Daarover doen de onderzoekers duidelijke aanbevelingen in het rapport.

De onderzoekers hebben in 2008 onderzoek verricht bij de circussen Herman Renz, Staatscircus van Moskou, Circus Alberto Althoff, Circus Renz-Berlin en het Belgische Benelux Circus.

De onderzoekers doen in twee rapporten aanbevelingen aan de minister.

Vanwege de intrinsieke waarde van wilde dieren, dus dieren die nog in de vrije natuur leven, is het niet goed om dieren ten behoeve van dierentuin of circus uit het wild te vangen. Dat zou dus verboden moeten worden. De onderzoekers gaan met deze conclusie voorbij aan het feit dat het vangen van bepaalde dieren in de wildernis al vele jaren verboden is en dat de meeste circusdieren niet van wildvang stammen. Een betere conclusie zou zijn: De bestaande wildvangverboden moeten beter worden gehandhaafd en circussen mogen geen dieren afkomstig van legale en/of illegale wildvang in hun dierenbestand opnemen.

In het welzijnsrapport worden 5 aanbevelingen gedaan waarmee circussen hun dieren nog beter van dienst kunnen zijn. De onderzoekers zien echter, in tegenstelling tot dierenrechtenactivisten, geen enkele reden voor een verbod op dieren in het circus. De situatie van de meeste dieren in circussen in Nederland geeft daar ook geen aanleiding toe. Hoe dierenrechtenactivisten tot andere conclusies en aanbevelingen kunnen komen dan de onderzoekers van Wageningen Universiteit is voor ons, voor de betrokken onderzoekers en voor vele anderen een raadsel.

De bevindingen van de onderzoekers komen in grote lijnen overeen met een eerder Brits onderzoek naar het welzijn van dieren in circussen. [2]



Uit het rapport:

“Bij vijf van de zes circussen was de gezondheids en voedingstoestand van de meeste dieren over het algemeen in orde. Er waren bij deze vijf circussen, op wat ouderdoms en andere afwijkingen na die nadere preventieve en/of verder verzorgende aandacht behoeven, geen ernstige problemen. Bij de paarden werden relatief en absoluut meer afwijkingen vastgesteld. Een flink aantal daarvan kan worden toegeschreven aan de gebruikte rassen en/of de leeftijden van de paarden, alsmede aan het feit dat er relatief goedkope dieren zijn aangekocht.”


Bij één circus zijn ernstige problemen waargenomen. Dit betreft het Belgische “Benelux Circus” dat ten tijde van het onderzoek langdurig op een plaats stond opgesteld zonder buitenverblijven voor de dieren en zonder voorstellingen te geven voor het publiek. De reden voor deze problemen is dat de eigenaar/verzorger van de dieren van dit circus terminaal ziek was en niemand anders in staat was om de wagen met leeuwen en tijgers onder zijn hoede te nemen. Dit circus bestaat inmiddels niet meer. Het is ontbonden na het overlijden van de eigenaar. De dieren zijn inmiddels elders ondergebracht en een zeer zieke leeuw is geëuthanaseerd


“Het optreden lijkt de dieren niet noemenswaard in hun welzijn aan te tasten. De voorstellingen zijn met 5-10 minuten per individu redelijk kort, de dieren voeren uitsluitend oefeningen uit waarbij het gevraagde gedrag onderdeel is van het normale gedragspatroon en paarden doen voornamelijk dingen die we ook in de normale dressuur kennen.”


“De meeste dieren laten zich zonder problemen in de transportwagens leiden. Ondanks dat we tijdens transporten de dieren niet hebben kunnen observeren, wijst dit erop dat het transport door de dieren niet als erg aversief wordt ervaren.”


“Paarden zijn in sommige circussen erg weinig buiten gezien, maar vertoonden toch weinig stereotiep gedrag. De open stalling en het optreden bieden schijnbaar voldoende afleiding en prikkels. Net als paarden werden kamelen niet altijd ruim gehuisvest, maar wel in natuurlijke groepen en met goede reproductie (=voortplanting)controle”


“De tijdsbesteding van de leeuwen deed natuurlijk aan. Het stereotiepe ijsberen kwam voornamelijk voor in anticipatie van voer. Bij de tijgers, die van nature meer behoefte aan beweging hebben, was dat ook het geval”


Alleen bij olifanten zijn problemen geconstateerd:

“De olifanten leden onder ondermaatse, te prikkelarme omstandigheden, niet altijd adequate voeding en een gebrek aan bewegingsvrijheid en (mogelijk) gezelschap. Ze stonden ’s nachts, maar soms ook langdurig overdag, kruislings aangeketend. Dit is voor een veilig transport aan te bevelen, maar daarbuiten niet. Verveeld en gefrustreerd vertoonden ze veel stereotiep gedrag, vooral weven en slurfzwaaien. Omdat geen olifant in het circus geboren wordt, is er ook minder sprake van een soort semi-domesticatie, zoals die wel optreedt bij leeuwen en tijgers, die zich al generaties lang in dierentuinen en circussen voortplanten.”


“Bij de overige dieren werden geen duidelijke problemen of afwijkingen gezien”



Over olifanten:
In 2008 is er onderzoek gedaan bij zes circussen waarvan de twee onderstaande met de genoemde olifantenpopulatie:

Circus (Aantal olifanten)
Herman Renz (1)
Renz-Berlin (2)

In 2009 waren de volgende circussen met olifanten in Nederland aanwezig:

Circus (Aantal olifanten)
Herman Renz (1)
Renz-Berlin (2)
Moskou-Holiday (1)
Belly-Wien (2)
Freiwalds Menagerie Circus (1)


Zou het onderzoek in 2009 hebben plaatsgevonden, dan hadden de onderzoekers andere conclusies getrokken naar aanleiding van hun bevindingen met olifanten. Vooral bij Circus Renz-Berlin stonden in 2008 de olifanten veelvuldig aangeketend. Bij de andere circussen staan de olifanten de meeste tijd in een paddock (buitenverblijf), hebben ze gezelschap van andere dieren die in de paddock aanwezig zijn of is de verzorger langdurig bij de dieren aanwezig. De onderzoekers concluderen terecht dat op basis van waarnemingen bij drie olifanten geen verantwoorde conclusies kunnen worden getrokken. Al blijft er een zekere twijfel bestaan aan het welzijn van de in 2008 waargenomen olifanten. Daarom worden wel aanbevelingen gedaan om olifanten ook tussen de optredens door bezig te houden en het vastketenen tot een minimum te beperken.

Bij de circussen Herman Renz, Moskou-Holiday, Freiwalds Menagerie Circus en Belly-Wien staan de olifanten niet vastgeketend maar in een paddock.

Naar aanleiding van de bevindingen van de onderzoekers heeft ook Circus Renz-Berlin de leefomstandigheden van de olifanten sterk verbeterd. Ook dit circus bouwt een paddock op voor de olifanten.

Er is in ons land nauwelijks draagvlak voor een verbod op circus met dieren.

[list]
[*]Elk jaar bezoeken ruim 1,5 miljoen mensen een circus met dieren.
[*]De anticircusdieren lobbyist “wilde dieren de tent uit” heeft in vijf jaar tijd ongeveer 50.000 steunbetuigingen kunnen verzameld.
[*]In de Tweede Kamer stemden zowel in 2008 als in 2009 slechts 44 Kamerleden voor een verbod op circus met wilde dieren
[*]In “wilde dieren de tent uit” participeren slechts 5 van de 90 afdelingen van de DierenBescherming.
[*]De Partij voor de Dieren, toch de grootste organisatie die tegen dieren in het circus is, kon in 2006 nog rekenen op 179.988 (1.83%) stemmen. In 2010 was deze partij nog maar goed voor 122.317 (1.30%) stemmen.
[*]Een ander minderheid zijn de dieractivisten. Hun aantal wordt geschat op enkele honderden.[/list]

Wat de tegenstanders van circusdieren wel “voor” hebben op de mensen die hun mening niet delen is dat ze hun mening heel actief uitdragen. Daarbij worden feiten en fictie vaak met elkaar verwisseld en worden incidenten gepresenteerd alsof dat de dagelijkse gang van zaken in alle circussen zou zijn.

Noten
[1] HET DIERENBREIN,
Bewustzijn, leergedrag, inzicht en intelligentie bij dieren
James L. Gould en Carol Grant Gould
Natuur & Techniek, Amsterdam 2000
ISBN 90-73035-58-9
Oorspronkelijke uitgave THE ANIMAL MINDScientific American Library, 1994
[2] ANIMALS in CIRCUSES and ZOOS, Chiron's World?
Dr. Marthe Kiley-Worthington
Little Eco-Farms Publishing
ISBN 1-872904-02-5
De tekst is integraal gepubliceerd op: http://the-shg.org/Kiley_Worthington/index.htm

Commissie Klassiek Circus

http://www.klassiekcircus.nl

CKC, 2010/07/10

woensdag 7 juli 2010

Brief aan gemeente, scholen en media in Hardenberg

Heer Harry Linders laat in zijn brief aan de redactie van “Hardenberg Nu” wel heel erg felle kritiek horen over circus en circusdieren.

Het klopt dat er in 2008, in opdracht van het ministerie van LNV, onderzoek is gedaan naar het welzijn van circusdieren. Er is daarbij onderzoek verricht naar de volgende diersoorten: Kamelen, Leeuwen, Olifanten, Paarden en Tijgers (ezelsbruggetje: KLOPT). Dat is zowat de enige juiste informatie in de brief van Harry Linders aan de redactie.

De onderzoekers trekken in hun rapport een 13 conclusies en doen 5 aanbevelingen aan de minister, en daarmee indirect aan de circussen. Geen enkele conclusie of aanbeveling wijst in de richting van een verbod op alle of bepaalde dieren in circussen.

Door tegenstanders van circusdieren, zoals Harry Linders, wordt maar al te graag eenzijdig en selectief geciteerd uit het bijbehorende onderzoeksrapport.

Bij alle dieren is geconstateerd dat hun gedrag anders is dan van dezelfde dieren die in de (restanten van de) vrije natuur leven. Dat kan ook niet anders. Dieren in de vrije natuur zijn voortdurend bezig met overleven. Dat betekent op zoek naar voedsel, op zoek naar paringspartners en op de vlucht voor bedreigingen die in de vrije natuur nu eenmaal aanwezig zijn.. De dieren in het circus leven onder de hoede van hun verzorgers. Waarmee de invulling van de tijd dus anders wordt.

In het circus treden geen wilde dieren op. De dieren zijn alle, in de nabijheid van de mens, in het circus of de dierentuin geboren. De mens speelt een belangrijke rol in de opvoeding van het dier. Het mechanisme van “imprinting” maakt het mogelijk dat een dier – zonder toepassing van geweld – de mens volgt alsof het zijn of haar moederdier is. Daarmee kan de mens dus een band opbouwen met een dier. Ongeacht of dat nu een hond of een leeuw is. [1]


De meeste dieren passen zich goed aan aan het leven in het circus. Uitgerekend leeuwen en tijgers blijken de makkelijkste dieren. Deze dieren rusten en slapen van nature 19 uur of meer per dag. Na vele generaties te zijn geboren onder de hoede van de mens zijn volgens de leider van het onderzoek, Hans Hopster, duidelijk tekenen van aanpassing zichtbaar bij leeuwen en tijgers.

De huisvesting van dieren in het circus is ruim voldoende. Tegenstanders van circusdieren verkondigen dat de dieren permanent in “transportkooien” zouden verblijven. Transportverblijven worden, zoals de naam reeds zegt, gebruikt voor het vervoeren van de dieren. Het circus staat echter veel meer tijd op een plaats dan dat het onderweg is. Op de plaats worden de transportverblijven gebruikt als nachtverblijf. Leeuwen en tijgers beschikken over ruime buitenverblijven. Kamelen lopen in een paddock. De wagens waarmee olifanten, paarden en kamelen worden vervoerd staan altijd leeg op het circusterrein of ze staan als schuilgelegenheid gekoppeld aan de paddock. Wel is het zo dat de tijd dat de dieren rondom het transport in de wagens staan kan worden verkort door het maken van duidelijke afspraken met gemeenten en eigenaren van terreinen. Ook het aanbrengen van voorzieningen voor water en voer in de wagens wordt aanbevolen. Daarover doen de onderzoekers duidelijke aanbevelingen in het rapport.

De onderzoekers hebben in 2008 onderzoek verricht bij de circussen Herman Renz, Staatscircus van Moskou, Circus Alberto Althoff, Circus Renz-Berlin en het Belgische Benelux Circus. In tegenstelling tot wat Harry Linde schrijft is het onderzoek niet uitgevoerd bij Circus Solero.

De onderzoekers doen in twee rapporten aanbevelingen aan de minister.

Vanwege de intrinsieke waarde van wilde dieren, dus dieren die nog in de vrije natuur leven, is het niet goed om dieren ten behoeve van dierentuin of circus uit het wild te vangen. Dat zou dus verboden moeten worden. De onderzoekers gaan met deze conclusie voorbij aan het feit dat het vangen van bepaalde dieren in de wildernis al vele jaren verboden is en dat de meeste circusdieren niet van wildvang stammen. Een betere conclusie zou zijn: De bestaande wildvangverboden moeten beter worden gehandhaafd en circussen mogen geen dieren afkomstig van legale en/of illegale wildvang in hun dierenbestand opnemen.

In het welzijnsrapport worden 5 aanbevelingen gedaan waarmee circussen hun dieren nog beter van dienst kunnen zijn. De onderzoekers zien echter, in tegenstelling tot heer Harry Linde, geen enkele reden voor een verbod op dieren in het circus. De situatie van de meeste dieren in circussen in Nederland geeft daar ook geen aanleiding toe. Hoe Haary Linde tot andere conclusies en aanbevelingen kan komen dan de onderzoekers van Wageningen Universiteit is voor ons, voor de betrokken onderzoekers en voor vele anderen een raadsel.

De bevindingen van de onderzoekers komen in grote lijnen overeen met een eerder Brits onderzoek naar het welzijn van dieren in circussen. [2]


Uit het rapport:
“Bij vijf van de zes circussen was de gezondheids en voedingstoestand van de meeste dieren over het algemeen in orde. Er waren bij deze vijf circussen, op wat ouderdoms en andere afwijkingen na die nadere preventieve en/of verder verzorgende aandacht behoeven, geen ernstige problemen. Bij de paarden werden relatief en absoluut meer afwijkingen vastgesteld. Een flink aantal daarvan kan worden toegeschreven aan de gebruikte rassen en/of de leeftijden van de paarden, alsmede aan het feit dat er relatief goedkope dieren zijn aangekocht.”

Bij één circus zijn ernstige problemen waargenomen. Dit betreft het Belgische “Benelux Circus” dat ten tijde van het onderzoek langdurig op een plaats stond opgesteld zonder buitenverblijven voor de dieren en zonder voorstellingen te geven voor het publiek. De reden voor deze problemen is dat de eigenaar/verzorger van de dieren van dit circus terminaal ziek was en niemand anders in staat was om de wagen met leeuwen en tijgers onder zijn hoede te nemen. Dit circus bestaat inmiddels niet meer. Het is ontbonden na het overlijden van de eigenaar. De dieren zijn inmiddels elders ondergebracht en een zeer zieke leeuw is geëuthanaseerd

“Het optreden lijkt de dieren niet noemenswaard in hun welzijn aan te tasten. De voorstellingen zijn met 5-10 minuten per individu redelijk kort, de dieren voeren uitsluitend oefeningen uit waarbij het gevraagde gedrag onderdeel is van het normale gedragspatroon en paarden doen voornamelijk dingen die we ook in de normale dressuur kennen.”

“De meeste dieren laten zich zonder problemen in de transportwagens leiden. Ondanks dat we tijdens transporten de dieren niet hebben kunnen observeren, wijst dit erop dat het transport door de dieren niet als erg aversief wordt ervaren.”

“Paarden zijn in sommige circussen erg weinig buiten gezien, maar vertoonden toch weinig stereotiep gedrag. De open stalling en het optreden bieden schijnbaar voldoende afleiding en prikkels. Net als paarden werden kamelen niet altijd ruim gehuisvest, maar wel in natuurlijke groepen en met goede reproductie (=voortplanting)controle”

“De tijdsbesteding van de leeuwen deed natuurlijk aan. Het stereotiepe ijsberen kwam voornamelijk voor in anticipatie van voer. Bij de tijgers, die van nature meer behoefte aan beweging hebben, was dat ook het geval”

Alleen bij olifanten zijn problemen geconstateerd:
“De olifanten leden onder ondermaatse, te prikkelarme omstandigheden, niet altijd adequate voeding en een gebrek aan bewegingsvrijheid en (mogelijk) gezelschap. Ze stonden ’s nachts, maar soms ook langdurig overdag, kruislings aangeketend. Dit is voor een veilig transport aan te bevelen, maar daarbuiten niet. Verveeld en gefrustreerd vertoonden ze veel stereotiep gedrag, vooral weven en slurfzwaaien. Omdat geen olifant in het circus geboren wordt, is er ook minder sprake van een soort semi-domesticatie, zoals die wel optreedt bij leeuwen en tijgers, die zich al generaties lang in dierentuinen en circussen voortplanten.”

“Bij de overige dieren werden geen duidelijke problemen of afwijkingen gezien”


Over olifanten:
In 2008 is er onderzoek gedaan bij zes circussen waarvan de twee onderstaande met de genoemde olifantenpopulatie:

2008
Circus (Aantal olifanten)
Herman Renz (1)
Renz-Berlin (2)

In 2009 waren de volgende circussen met olifanten in Nederland aanwezig:

2009
Circus (Aantal olifanten)
Herman Renz (1)
Renz-Berlin (2)
Moskou-Holiday (1)
Belly-Wien (2)
Freiwalds Menagerie Circus (1)

Zou het onderzoek in 2009 hebben plaatsgevonden, dan hadden de onderzoekers andere conclusies getrokken naar aanleiding van hun bevindingen met olifanten. Vooral bij Circus Renz-Berlin stonden in 2008 de olifanten veelvuldig aangeketend. Bij de andere circussen staan de olifanten de meeste tijd in een paddock (buitenverblijf), hebben ze gezelschap van andere dieren die in de paddock aanwezig zijn of is de verzorger langdurig bij de dieren aanwezig. De onderzoekers concluderen terecht dat op basis van waarnemingen bij drie olifanten geen verantwoorde conclusies kunnen worden getrokken. Al blijft er een zekere twijfel bestaan aan het welzijn van de in 2008 waargenomen olifanten. Daarom worden wel aanbevelingen gedaan om olifanten ook tussen de optredens door bezig te houden en het vastketenen tot een minimum te beperken.

Circus Solero heeft overigens geen olifanten.

Naar aanleiding van de bevindingen van de onderzoekers heeft ook Circus Renz-Berlin de leefomstandigheden van de olifanten sterk verbeterd. Ook dit circus bouwt een paddock op voor de olifanten.

Er is in ons land nauwelijks draagvlak voor een verbod op circus met dieren.

· Elk jaar bezoeken ruim 1,5 miljoen mensen een circus met dieren.
· De anticircusdieren lobbyist “wilde dieren de tent uit” heeft in vijf jaar tijd ongeveer 50.000 steunbetuigingen kunnen verzameld.
· In de Tweede Kamer stemden zowel in 2008 als in 2009 slechts 44 Kamerleden voor een verbod op circus met wilde dieren
· In “wilde dieren de tent uit” participeren slechts 5 van de 90 afdelingen van de DierenBescherming.
· De Partij voor de Dieren, toch de grootste organisatie die tegen dieren in het circus is, kon in 2006 nog rekenen op 179.988 (1.83%) stemmen. In 2010 was deze partij nog maar goed voor 122.317 (1.30%) stemmen.
· Een ander minderheid zijn de dieractivisten. Hun aantal wordt geschat op enkele honderden.

Wat de tegenstanders van circusdieren wel “voor” hebben op de mensen die hun mening niet delen is dat ze hun mening heel actief uitdragen. Daarbij worden feiten en fictie vaak met elkaar verwisseld en worden incidenten gepresenteerd alsof dat de dagelijkse gang van zaken in alle circussen zou zijn.

Noten
[1] HET DIERENBREIN, Bewustzijn, leergedrag, inzicht en intelligentie bij dierenJames L. Gould en Carol Grant GouldNatuur & Techniek, Amsterdam 2000ISBN 90-73035-58-9Oorspronkelijke uitgave THE ANIMAL MINDScientific American Library, 1994
[2] ANIMALS in CIRCUSES and ZOOS, Chiron's World?Dr. Marthe Kiley-WorthingtonLittle Eco-Farms PublishingISBN 1-872904-02-5De tekst is integraal gepubliceerd op: http://the-shg.org/Kiley_Worthington/index.htm

zondag 4 juli 2010

Circus Renz-Berlin mag naar Groningen!

Circus Renz-Berlin mag naar Groningen.

Groningen is de eerste gemeente in Nederland waar de PvdD in de gemeenteraad zit. En dus kon je er op wachten: Er zijn vragen gesteld door raadslid G.J. Kelder naar aanleiding van de komst van een circus met dieren naar de stad.

Het antwoord van het College van burgemeester en wethouders is helder en goed onderbouwd. Het antwoord kan als volgt worden samengevat:

Vraag 1:
Wij willen graag een inspectie door de AID laten uitvoeren. Bij eerdere inspecties bij Circus Renz-Berlin in Groningen zijn geen onrechtmatigheden aangetroffen.

Vraag2:
Het circus levert geen grotere risico's voor de veiligheid op dan andere evenementen.

Vraag3:
Het optreden van dieren in circussen tast het welzijn niet aan. (LNV onderzoek). De verrichtingen sluiten aan op het natuurlijk gedrag. De leefsituatie van dieren in het circus is beter dan die van gedomesticeerde dieren in de landbouwsector en zeker niet in strijd met de goede zeden.

De vergunning is derhalve verstrekt aan Circus Renz-Berlin.

Voor de gehele brief van burgemeester Rehwinkel gaat u naar http://deleeuwcircusevents.nl/forum/phpBB3/viewtopic.php?f=15&t=2877

Op 25 juni had OOGTV, de omroep voor Groningen Stad een interview met Kirsten de Wrede van de PvdD. (http://www.youtube.com/watch?v=QVnTFtJdzVo ) Horen wij dat goed? Op 0:40 zegt ze "dat vorig jaar in het nieuws is geweest dat een transport met wilde dieren op de snelweg is aangehouden omdat het welzijn van de dieren vooral vanwege de voeding beneden alle peil was" Dat klopt dus niet. Er was wel eenmaal een transport gestrand door een technische storing. De wagen mocht van de politie pas doorrijden na reparatie. Intussen hield de brandweer de olifanten koel met waterstralen. Dat is toch heel wat anders.

PvdD, Partij van de Domheid ?