donderdag 20 augustus 2015

Circusdieren, feiten versus fictie
De wens op een verbod op circusdieren is die van een minderheid:
Dierenrechtenactivisten en de aanhang van de Partij voor de Dieren.

"Regionale werkgroepen" van de PvdD, in feite plaatselijke afdelingen van
de Vereniging van de PvdD benaderen gemeentebesturen om hun mening
te uiten. Dat hebben ze in december 2009 bijvoorbeeld ook gedaan in de
gemeente Tilburg. Bij die aanschrijving werd verwezen naar "schokkende
beelden" die speciaal voor die aanschrijving op YouTube waren geplaatst.

De Commissie Klassiek Circus heeft die beelden voorgelegd aan meerdere
deskundigen. De uitspraken dat er wonden zichtbaar zouden zijn en dat
de olifant een "vreemde uitstulping" aan het lichaam zou hebben konden
we makkelijk weerleggen. Die "vreemde uitstulping" was gewoon het
geboortekanaal – de vagina - dat bij olifantenkoeien nu eenmaal een heel
eind naar beneden kan hangen.

Een andere speler binnen de anti circusdierenlobby is “wilde dieren de tent
uit”. Deze organisatie heeft in het verleden vaker uitlatingen moeten
aanpassen na interventie van de Commissie Klassiek Circus, omdat kon
worden aangetoond dat hun uitspraken over het aangetaste welzijn van
circusdieren onjuist waren.

Er is in 2008 onderzoek gedaan naar het welzijn van circusdieren. [3] Er is
daarbij onderzoek verricht naar de volgende diersoorten: Kamelen,
Leeuwen, Olifanten, Paarden en Tijgers (ezelsbruggetje: KLOPT).

De onderzoekers trekken in hun rapport 13 conclusies en doen 5
aanbevelingen aan de minister, en daarmee indirect aan de
circussen. Geen enkele conclusie of aanbeveling wijst in de
richting van een verbod op alle of bepaalde dieren in circussen.

Door tegenstanders van circusdieren, zoals de PvdD, "wilde dieren de tent
uit" en andere dieractivisten, wordt maar al te graag eenzijdig en selectief
geciteerd uit het bijbehorende onderzoeksrapport.

Bij alle dieren is geconstateerd dat hun gedrag anders is dan van dezelfde
dieren die in de (restanten van de) vrije natuur leven. Dat kan ook niet
anders. Dieren in de vrije natuur zijn voortdurend bezig met overleven.
Dat betekent op zoek naar voedsel, op zoek naar paringspartners en op
de vlucht voor bedreigingen die in de vrije natuur nu eenmaal aanwezig
zijn.. De dieren in het circus leven onder de hoede van hun verzorgers.
Waarmee de invulling van de tijd dus anders wordt.

In het circus treden geen wilde dieren op. De dieren zijn alle, in de
nabijheid van de mens, in het circus of de dierentuin geboren. De mens
speelt een belangrijke rol in de opvoeding van het dier. Het mechanisme
van “imprinting” maakt het mogelijk dat een dier – zonder
toepassing van geweld – de mens volgt alsof het zijn of haar
moederdier is.
Daarmee kan de mens dus een band opbouwen met een
dier. Ongeacht of dat nu een hond of een leeuw is. [1]

De meeste dieren passen zich goed aan, aan het leven in het circus.
Uitgerekend leeuwen en tijgers blijken de makkelijkste dieren. Deze
dieren rusten en slapen van nature 19 uur of meer per dag. Na vele
generaties te zijn geboren onder de hoede van de mens zijn volgens de
leider van het onderzoek, Hans Hopster, duidelijk tekenen van aanpassing
zichtbaar bij leeuwen en tijgers.

De huisvesting van dieren in het circus is ruim voldoende. Tegenstanders
van circusdieren verkondigen dat de dieren permanent in
“transportkooien” zouden verblijven. Transportverblijven worden,
zoals de naam reeds zegt, gebruikt voor het vervoeren van de
dieren.
Het circus staat echter veel meer tijd op een plaats dan dat het
onderweg is. Op de plaats worden de transportverblijven gebruikt als
nachtverblijf. Leeuwen en tijgers beschikken over ruime buitenverblijven.
Kamelen lopen in een paddock. De wagens waarmee olifanten,
paarden en kamelen worden vervoerd staan altijd leeg op het
circusterrein of ze staan als schuilgelegenheid gekoppeld aan de
paddock.
Wel is het zo dat de tijd dat de dieren rondom het transport in
de wagens staan kan worden verkort door het maken van duidelijke
afspraken met gemeenten en eigenaren van terreinen. Ook het
aanbrengen van voorzieningen voor water en voer in de wagens wordt
aanbevolen. Daarover doen de onderzoekers duidelijke aanbevelingen in
het rapport.

De onderzoekers hebben in 2008 onderzoek verricht bij de circussen
Herman Renz, Staatscircus van Moskou, Circus Alberto Althoff, Circus
Renz-Berlin en het Belgische Benelux Circus.

De onderzoekers doen in twee rapporten aanbevelingen aan de minister.

Vanwege de intrinsieke waarde van wilde dieren, dus dieren die nog in de
vrije natuur leven, is het niet goed om dieren ten behoeve van dierentuin
of circus uit het wild te vangen. Dat zou dus verboden moeten worden. De
onderzoekers gaan met deze conclusie voorbij aan het feit dat het vangen
van bepaalde dieren in de wildernis al vele jaren verboden is en dat de
meeste circusdieren niet van wildvang stammen. Een betere conclusie zou
zijn: De bestaande wildvangverboden moeten beter worden gehandhaafd
en circussen mogen geen dieren afkomstig van legale en/of illegale
wildvang in hun dierenbestand opnemen.

In het welzijnsrapport worden 5 aanbevelingen gedaan waarmee
circussen hun dieren nog beter van dienst kunnen zijn.
[3] De
onderzoekers zien echter, in tegenstelling tot dierenrechtenactivisten,
geen enkele reden voor een verbod op dieren in het circus. De situatie van
de meeste dieren in circussen in Nederland geeft daar ook geen aanleiding
toe. Hoe dierenrechtenactivisten tot andere conclusies en
aanbevelingen kunnen komen dan de onderzoekers van
Wageningen Universiteit is voor ons, voor de betrokken
onderzoekers en voor vele anderen een raadsel.

De bevindingen van de onderzoekers komen in grote lijnen overeen met
een eerder Brits onderzoek naar het welzijn van dieren in circussen. [2]

Uit het rapport:

“Bij vijf van de zes circussen was de gezondheids en voedingstoestand
van de meeste dieren over het algemeen in orde. Er waren bij deze vijf
circussen, op wat ouderdoms en andere afwijkingen na die nadere
preventieve en/of verder verzorgende aandacht behoeven, geen ernstige
problemen. Bij de paarden werden relatief en absoluut meer afwijkingen
vastgesteld. Een flink aantal daarvan kan worden toegeschreven aan de
gebruikte rassen en/of de leeftijden van de paarden, alsmede aan het feit
dat er relatief goedkope dieren zijn aangekocht.”

Bij één circus zijn ernstige problemen waargenomen. Dit betreft het
Belgische “Benelux Circus” dat ten tijde van het onderzoek langdurig op
een plaats stond opgesteld zonder buitenverblijven voor de dieren en
zonder voorstellingen te geven voor het publiek. De reden voor deze
problemen is dat de eigenaar/verzorger van de dieren van dit
circus terminaal ziek was en niemand anders in staat was om de
wagen met leeuwen en tijgers onder zijn hoede te nemen. Dit
circus bestaat inmiddels niet meer. Het is ontbonden na het
overlijden van de eigenaar. De dieren zijn inmiddels elders
ondergebracht en een zeer zieke leeuw is geëuthanaseerd.

“Het optreden lijkt de dieren niet noemenswaard in hun welzijn aan te
tasten. De voorstellingen zijn met 5-10 minuten per individu redelijk kort,
de dieren voeren uitsluitend oefeningen uit waarbij het gevraagde gedrag
onderdeel is van het normale gedragspatroon en paarden doen
voornamelijk dingen die we ook in de normale dressuur kennen.”

“De meeste dieren laten zich zonder problemen in de transportwagens
leiden. Ondanks dat we tijdens transporten de dieren niet hebben kunnen
observeren, wijst dit erop dat het transport door de dieren niet als erg
aversief wordt ervaren.”

“Paarden zijn in sommige circussen erg weinig buiten gezien, maar
vertoonden toch weinig stereotiep gedrag. De open stalling en het
optreden bieden schijnbaar voldoende afleiding en prikkels. Net als
paarden werden kamelen niet altijd ruim gehuisvest, maar wel in
natuurlijke groepen en met goede reproductie (=voortplanting)controle”

“De tijdsbesteding van de leeuwen deed natuurlijk aan. Het stereotiepe
ijsberen kwam voornamelijk voor in anticipatie van voer. Bij de tijgers, die
van nature meer behoefte aan beweging hebben, was dat ook het geval”

Alleen bij olifanten zijn bij één circus problemen geconstateerd:

“De olifanten leden onder ondermaatse, te prikkelarme omstandigheden,
niet altijd adequate voeding en een gebrek aan bewegingsvrijheid en
(mogelijk) gezelschap. Ze stonden ’s nachts, maar soms ook langdurig
overdag, kruislings aangeketend. Dit is voor een veilig transport aan te
bevelen, maar daarbuiten niet. Verveeld en gefrustreerd vertoonden ze
veel stereotiep gedrag, vooral weven en slurfzwaaien. Omdat geen olifant
in het circus geboren wordt, is er ook minder sprake van een soort semidomesticatie,
zoals die wel optreedt bij leeuwen en tijgers
, die zich
al generaties lang in dierentuinen en circussen voortplanten.”

“Bij de overige dieren werden geen duidelijke problemen of afwijkingen
gezien”

 Over olifanten:
In 2008 is er onderzoek gedaan bij zes circussen waarvan de twee
onderstaande met de genoemde olifantenpopulatie:


 Zou het onderzoek in 2009 hebben plaatsgevonden, dan hadden
de onderzoekers andere conclusies getrokken naar aanleiding van
hun bevindingen met olifanten
. Vooral bij Circus Renz-Berlin stonden
in 2008 de olifanten veelvuldig aangeketend. Bij de andere circussen
staan de olifanten de meeste tijd in een paddock (buitenverblijf), hebben
ze gezelschap van andere dieren die in de paddock aanwezig zijn, of is de
verzorger langdurig bij de dieren aanwezig. De onderzoekers
concluderen terecht dat op basis van waarnemingen bij drie
olifanten geen verantwoorde conclusies kunnen worden
getrokken.
Al blijft er een zekere twijfel bestaan aan het welzijn van de
in 2008 waargenomen olifanten. Daarom worden terecht aanbevelingen
gedaan om olifanten ook tussen de optredens door bezig te houden en het
vastketenen tot een minimum te beperken.

 De olifanten bij de Circussen Belly-Wien, Herman Renz, Freiwalds
Menagerie Circus en Moskou-Holiday staan niet aangeketend. Verder
worden deze olifanten door hun eigenaren het grootste gedeelte van de
dag bezig gehouden. Zie ook de reportage van RTV Utrecht over Circus
Belly-Wien in Eemnes.

 Naar aanleiding van de bevindingen van de onderzoekers heeft ook Circus
Renz-Berlin de leefomstandigheden van de olifanten sterk verbeterd. Ook
dit circus bouwt een paddock op voor de olifanten.

Er is in ons land nauwelijks draagvlak voor een verbod op circus
met dieren.
  • Elk jaar bezoeken ruim 1,5 miljoen mensen een circus met dieren.
  • De anticircusdieren lobbyist “wilde dieren de tent uit” heeft in vijf
    jaar tijd ongeveer 50.000 steunbetuigingen kunnen verzameld.
  • In de Tweede Kamer stemden zowel in 2008 als in 2009 slechts 44
    Kamerleden voor een verbod op circus met wilde dieren
  • In “wilde dieren de tent uit” participeren slechts 5 van de 90
    afdelingen van de DierenBescherming.
  • De Partij voor de Dieren, toch de grootste organisatie die tegen
    dieren in het circus is, kon in 2006 nog rekenen op 179.988
    (1.83%) stemmen. In 2010 was deze partij nog maar goed voor
    122.317 (1.30%) stemmen.
  • Een ander minderheid zijn de dieractivisten. Hun aantal wordt
    geschat op enkele honderden.
Tegenover die minderheid staan ook de mensen die op
www.klassiekcircus.nl de petitie tekenen voor het behoud van het
circus met dieren.

Wat de tegenstanders van circusdieren wel “voor” hebben op de mensen
die hun mening niet delen is dat ze hun mening heel actief uitdragen.
Daarbij worden feiten en fictie vaak met elkaar verwisseld en worden
incidenten gepresenteerd alsof dat de dagelijkse gang van zaken in alle
circussen zou zijn.

 [1]
HET DIERENBREIN, Bewustzijn, leergedrag, inzicht en intelligentie bij dieren
James L. Gould en Carol Grant Gould
Natuur & Techniek, Amsterdam 2000
ISBN 90-73035-58-9
Oorspronkelijke uitgave THE ANIMAL MIND
Scientific American Library, 1994

 [2]
ANIMALS in CIRCUSES and ZOOS, Chiron's World?
Dr. Marthe Kiley-Worthington
Little Eco-Farms Publishing
ISBN 1-872904-02-5
De tekst is integraal gepubliceerd op: http://the-shg.org/Kiley_Worthington/index.htm

 [3]
Welzijn van Dieren in reizende circussen in Nederland, Circuspraktijk in 2008
Hogeschool van Hall – Larenstein,
Wageningen University Animal Sciences Group in opdracht van ministerie LNV
www.minlnv.nl
maart 2009
De tekst van het rapport en de bijlagen is direct toegankelijk door middel van de
zoekopdracht “welzijn van dieren in reizende circussen” op www.minlnv.nl





 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.